Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [44]De kinderen van [45]Dedan waren uw kooplieden; vele eilanden waren de koophandel uwer [46]hand; hoornen van elpenbeen en ebbenhout [47]gaven zij u weder [tot] een verering. 44. Dat is, nakomelingen. 45. Zie Gen.10:7; Jer.25:23. 46. Dat is, die gij tot uw koophandel en trafiek aan de hand hadt, of met welken gij handelt in kopen en verkopen, waarin het hand geven, of kloppen in de hand, het toeslaan van den koop, gebruikelijk was, als ook in andere onderhandelingen; vergelijk onder vs.21. 47. Of, brachten. Hebreeuws, brachten zij weder uwe verering; dat is, u tot ene verering; of [gelijk sommigen] in betaling.